Kwezel

Theatraal werk van Marius Bruijn

Marx op de Markt van Rolf Hackeng

Marx op de Markt

In de rij illustere personen, die bij hun activiteiten op wereldniveau nog tijd vonden om Maastricht te bezoeken, hoort ook Karl Marx thuis. Op zondag 13 maart 1983, aan de vooravond van de zijn honderdste sterfdag, vond bij het pand Bouillonstraat 8/10 de onthulling plaats van het voorlopige ontwerp van een herdenkingsplaquette. Op 19 november onthulde het Herdenkingscomité het definitieve exemplaar.

Revolutionair

Op de bronzen plaquette gaat het portret van Marx vergezeld van de tekst:
‘Karl Marx 1818-1883 revolutionair en schrijver van ‘Het Kapitaal’
logeerde hier bij zijn zuster Sophia
19 maart – 7 april 1865’
Volgens de literatuur zou Marx zijn zuster voor de eerste maal in 1846 of 1847 en voor de tweede maal van 19 maart tot 7 april 1865 in Maastricht hebben opgezocht. Onderzoek in de gemeentelijke archieven van Maastricht en in uitgegeven brieven van Marx toont aan dat de literatuurgegevens evenals de mededelingen op de plaquette gedeeltelijk onjuist en onvolledig zijn.

Karl Marx werd op 5 mei 1818 te Trier geboren als zoon van advocaat Heinrich Marx en Henriette Presburg. Zijn anderhalf jaar oudere zuster Sophie was gehuwd met Willem Robert Schmalhausen, zoon van belastingontvanger en schoolopziener Abraham Isaac Jacob Schmalhausen en Susanna Elisabeth Fellinger. Dit uit Vaals afkomstige gezin vestigde zich in 1818 in de Lenculenstraat te Maastricht. In 1825 kocht Jacob Schmalhausen het pand Bouillonstaat 708 (later nummers 1904-1905, tegenwoordig 8-10), genaamd de Hof van Slijpe. Zoon Willem Robert betrok een gedeelte van het huis (nummer 1904, huidige nummer 10) om daar zijn advokatenpraktijk uit te oefenen, terwijl zijn ouders in het andere gedeelte bleven wonen. Sophie trok bij haar echtgenoot in en zij kregen vier kinderen. In 1862 overleed Willem Robert op 45jarige leeftijd. Maastricht was overigens niet de enige Nederlandse stad, waar Marx bij familie op bezoek ging. In Zaltbommel woonde de zuster van zijn moeder, Sophie Presburg, die gehuwd was met de tabaksfabrikant Lion Philips. Ook bij deze oom en tante vertoefde Marx regelmatig.

Marx leefde in deze periode in Brussel. Ondanks de royale hulp van zijn vriend Friedrich Engels bevond hij zich zoals gewoonlijk in financiële problemen. Hij onderhield hierover contact met zijn zwager Schmalhausen in Maastricht en deze bezocht hem in Brussel. In een brief, gedateerd 28 september 1847 en gericht aan Marx ‘in Holland’, schreef Engels, die op dat moment in Brussel verbleef: ‘Mach nun Deine Geldgeschichten so rasch wie möglich ab und komm wieder her.’ Vanuit Zaltbommel schreef Marx op 29 september aan zijn oude studievriend Werner von Veltheim: ‘Ich bin hier in Holland nur auf ein paar Tage in Familienangelegenheit bei meinem Onkel.’ Marx vertoefde eind september 1847 in Nederland. In de brief van Engels staat hierover niet meer dan boven wordt geciteerd. Bovendien geeft de passage uit de brief aan Von Veltheim de indruk dat Marx uitsluitend bij zijn oom in Zaltbommel verbleef en nergens anders in Nederland. Overigens had Marx precies één jaar eerder wel een reis naar Maastricht gepland. Uit een aan hem gerichte brief van zijn zuster Sophie gedateerd 25 september 1846 blijkt echter dat deze niet was doorgegaan.

Marx’ nichtje

De plaquette vermeldt dat Marx van 19 maart tot 7 april 1865 in het huis op de Bouillonstraat bij zijn zuster logeerde. Volgens de literatuur kreeg Marx, die toen in Londen woonde, in februari bezoek van zijn zwager Johan Karel Juta (echtgenoot van zijn zuster Louise) in gezelschap van nichtje uit Maastricht. Marx zou haar op 19 maart naar huis hebben gebracht en tot ongeveer 7 april zijn gebleven. Een vijftal aan Engels gerichte brieven maakt het mogelijk deze data aan een nadere beschouwing te onderwerpen. In een brief, gedateerd 4 maart 1865, schrijft Marx vanuit Londen: ‘Seit einer Woche ist mein Schwager aus dem Kap (Kaap de Goede Hoop) wieder hier, der nächsten Dienstag abreist. Mit ihm kam meine Nichte aus Maastricht (Tochter meiner Schwester, Witwe Schmalhausen), die ich in about a week later zurück bringen muß.’ Marx zegt dat hij zijn nichtje ongeveer een week later terugbrengt, dus rond 11 maart. Op 7 maart schrijft hij dat Juta die dag naar de Kaap terugkeert. Op 13 maart is Marx nog niet vertrokken; hij schrijft dat hij tegen het einde van de week vertrekt. In een brief van 18 maart verklaart hij de volgende dag te zullen afreizen, dus op 19 maart. Terug in Londen schrijft hij op 11 april: ‘Seit einigen 24 Stunden zurückgekehrt.”’

Waar was Marx?

Marx vertrok op 19 maart en was op 11 april alweer enkele etmalen thuis in Londen. Als wij de duur van de enkele reis op minimaal twee dagen inschatten, kan hij maximaal van 20 maart tot 7 april in Maastricht hebben gelogeerd. De data op de plaquette kloppen dus ongeveer, maar de indruk wordt gewekt dat het om een ononderbroken periode gaat. Was Marx al die tijd in Maastricht? Onderzoek in het Maastrichtse politiearchief leverde geen resultaat op. De brief van zijn vrouw Jenny, gedateerd 30 maart, doet echter vermoeden dat de gestelde vraag ontkennend moet worden beantwoord. Zij schrijft: ‘Das Schlimmste bei der Dreckgeschichte … ist, daß ich gar nicht weiß, wo der Mohr im Moment sich aufhält. Ich höre nichts von ihm, weiß nicht, ob er in Deutschland oder in Holland ist. … . Ich hoffe von Tag zu Tag, Nachricht von Carel zu haben; diese Ungewißheit macht mir mehr zu schaffen als der übrige Dreck.’ Als Marx enkel naar Maastricht had willen reizen, was zijn vrouw vast niet zo ongerust geweest. Dat hij ook elders vertoefde blijkt ook nog uit een ander document. Het betreft een vraag-en-antwoordspelletje dat hij speelde met Nannette Philips, dochter van oom Lion en tante Sophie. Het stuk is gedateerd: Zaltbommel 1 april 1865. Ergens tussen 20 maart en 7 april vertoefde Marx te Maastricht. Hij bracht zijn nichtje naar huis en heeft mogelijk – ook dit is niet absoluut noodzakelijk – bij zijn familie gelogeerd. Een andere vraag is: waar woonde de familie Schmalhausen op het tijdstip van zijn bezoek? In het huis op de Bouillonstraat, zegt de plaquette. Maar woonde de familie toen nog op de Bouillonstraat? Een blik in het Maastrichtse bevolkingsregister van 1860-1880 levert opmerkelijke gegevens op. In 1863, een half jaar na het overlijden van Marx’ zwager, verhuisden Sophie en haar kinderen naar het adres Wolfstraat 2907 (huidig nummer 27). Vervolgens betrokken zij in 1864 de woning Markt 1174 (Markt 1) en woonden hier tot 1866, toen zij naar Grote Gracht 1648 (60) verhuisden. Dit alles leidt ten eerste tot de conclusie, dat de op de plaquette aangegeven tijdspanne dubieus is. Er had moeten staan: Marx bezocht zijn zuster Sophie in dit huis ergens tussen 20 maart en 7 april 1865. Ten tweede is de plaquette op het verkeerde huis geplaatst: Marx was op de Markt!

Weer op bezoek

Anderhalf jaar na het bezoek van oom Karl verhuisden moeder en kinderen Schmalhausen naar de Grote Gracht. Vervolgens ging het gezin op een niet nader genoemde datum naar de Tongersestraat no. 2138 (60). Volgens de adresboeken woonde de weduwe in 1875 op dit adres. In de maand augustus in dat jaar vertrok zij naar Leiden. In 1878 keerde zij naar Maastricht terug en betrok de woning Capucijnenstraat no. 1497 (116). Op een niet nader aangeduid moment verhuisde zij naar Smedenstraat no. 2935 (12) en in 1881 naar de Cortenstraat no. 2395 (8). Op 29 december 1886 overleed Sophie Schmalhausen-Marx in een krankzinnigengesticht in Düren. In deze periode heeft Marx zijn zuster zeker nog éénmaal bezocht, en wel in het jaar 1875. Tot nog toe werd dit bezoek nergens in de literatuur vermeld. Van cruciale betekenis is een tendentieus berichtje in de Limburger Courier van 24 april van dat jaar: ‘Het bekende hoofd der beruchte internationale, de heer Carl Marx, bevindt zich sedert eenige dagen hier ter stede. Dit bezoek geldt een zuster van den heer Marx, een zeer geachte dame, alhier.’ Zoals hierboven is aangeduid, was zijn zuster op dat tijdstip nog niet naar Leiden vertrokken en bezocht Marx haar in haar toenmalige woning op de Tongersestraat. Nader onderzoek in het politiearchief oogstte wederom geen resultaat.

Marx was op de Markt

Een bezoek van Karl Marx aan Maastricht in september 1846 vond geen doorgang. In september 1847 vertoefde hij hoogstwaarschijnlijk uitsluitend in Zaltbommel. Het bezoek in maart-april 1865 heeft hij zeker afgelegd, want hij bracht zijn nichtje terug. Het is alleen de vraag hoelang dit bezoek duurde en of hij daadwerkelijk bij zijn zuster logeerde. De tekst op de plaquette is dus dubieus. Tevens zou de plaquette moeten worden verplaatst naar Markt 1, aangezien Sophie daar in deze periode woonde. In april 1875 vond nogmaals een bezoek plaats. Aangezien het adres van zijn zuster toen Tongersestraat 60 was, verdient dit pand – evenzeer als het huis Markt 1 – een herdenkingsplaquette.

Rolf Hackeng

Bronnen: o.a. bevolkingsregisters en adresboeken Maastricht; kranten; biografieën; uitgegeven correspondentie van Marx; H.H.E. Wouters, De hof van Slijpe, in: MSG 1960; J. Gielkens, Was ik maar weer in Bommel. Karl marx en zijn Nederlandse verwanten, 1997.

Dit artikel is te lezen op Regionaal Historisch Centrum Limburg